Overslaan en naar de inhoud gaan

Joker-medewerkster Ann trok de voorbije jaren steevast met haar kinderen op roadtrip door Europa. Zodra de kleinste 2,5 maanden oud was, werd de campervan hét vakantiehuis en vervoersmiddel bij uitstek voor korte en lange trips dichtbij en veraf.

Ondertussen zijn Arthur en Frida 6 en 4,5 jaar oud. 4 jaar regelmatig onderweg zijn met een kampeerbusje leidde tot volgende 12 handige tips voor heerlijk avontuurlijke gezinsvakanties on the road.

Een voorbereid reiziger...

Tip 1: Overdrijf niet met kleren en speelgoed

Het mag gezegd zijn: ik heb goede inpakskills. Ook een grote berg kleren, speelgoed en allerlei spullen krijg ik in de kasten en onder de zetels van onze campervan. Leuk voor mijn zelfwaarde (‘Het zit er allemaal in!’). Maar eerlijk is eerlijk: we gebruiken doorgaans slechts de helft van de spullen die we bij hebben. Wees dus selectief. Op vele campings kan je kleren wassen. En er zijn op reis altijd 101 mogelijkheden om je kinderen bezig te houden. De natuur is één grote speelplaats!

Mijn beste inpaktip? Packing cubes! Een handige manier om alles te sorteren (lees: je zal geen half uur moeten zoeken naar die laatste propere onderbroek) én het stapelt gemakkelijk in de kasten.

Tip 2: Zoek de juiste routine

Met 4 comfortabel leven op de kleine oppervlakte van een campervan vraagt de nodige organisatie. Duidelijke afspraken over wie wat waar wanneer doet, helpen om chaos te voorkomen. Eenmaal je de juiste routine hebt gevonden, loopt alles op wieltjes!

The road ahead

Tip 3: Informeer je over de wegcode in de landen waar je doorrijdt of verblijft

In Noorwegen zijn er bijvoorbeeld nauwelijks echte autosnelwegen zoals in België. Als je daar 250 km per dag wil afleggen, zit je soms al 5 à 6 uur in de auto. Zeker als je ook nog eens afhankelijk bent van overzetboten, zoals bij de Noorse fjorden.

Je kan overigens ook tijd (en geld - denk aan benzine, overnachting, …) besparen door grote afstanden te overbruggen met de boot (bv. Bergen (Noorwegen) – Hirtshals (Denemarken)).

De beste kampeerplaatsen voor een campervan vol kids

Tip 4: Boek je camping op voorhand, zeker als je kampeert tijdens het hoogseizoen

Zo ben je zeker van een plaats, ook als je laat toekomt. Een extra voordeel: je kan expliciet aangeven dat je reist met kleine kinderen en dus een rustige plek wil in de buurt van het babybad of de speeltuin, en ver weg van het drukkere autoverkeer. Tijdens het laagseizoen volstaat het meestal om een of twee dagen (of enkele uren) op voorhand even te informeren naar de beschikbaarheid op de camping.

Vooral campings aan doorgaanswegen of -regio’s (zoals bv. Zuid-Frankrijk), typische ‘overwinteringsplaatsen’ (ik denk aan Benidorm), populaire bestemmingen (Barcelona) of campings met vaste standplaatsen (bv. kuststeden) zijn vaak volgeboekt.

Tip 5: Kies voor kindvriendelijke campings

Dat betekent niet noodzakelijk: enorm grote complexen met subtropische zwembaden. Heel wat kleine campings voorzien ook babybadjes en één of meerdere speeltuigen. Ze zijn meestal ook goedkoper en een pak rustiger. Kleine kinderen verblijven op kleinere campings vaak gratis of aan een lager tarief, zeker tijdens het laagseizoen.

In heel wat reisgidsen over campings staat duidelijk aangegeven welke faciliteiten aanwezig zijn.

Tip 6: Ga op zoek naar campings in de buurt van het openbaar vervoer of een stad. En neem je fiets mee!

Een gouden tip als het niet de bedoeling is dat je jezelf verplaatst met de campervan (geloof me: met kleine kinderen ben je toch wel een tijdje bezig om de wagen opnieuw rijproof te maken). Bij slecht weer vind je in een stad altijd wel iets om te doen met kinderen. Met een bushalte of treinstation in de buurt kan je vanop eenzelfde campingplaats verschillende sites bezoeken.

Ook een fiets kan handig zijn. En een draag(rug)zak. Een prima training voor de conditie, zeker in meer bergachtige gebieden.

Campings in Noord-Europa hebben vaak overdekte (speel)ruimtes waar je met je kinderen terecht kan bij slecht weer. In het zuiden vind je dat minder. Goed om in het achterhoofd te houden als je buiten het seizoen (en buiten het goede weer) reist.

Tip 7: Ga op voorhand na of er een supermarkt in de buurt van de camping is

Indien niet, doe dan zoveel mogelijk inkopen op voorhand, zeker als je jezelf niet verplaatst met de campervan. Je kan vaak ook inkopen doen op de camping zelf, maar de campingsupermarkten zijn duurder en de voorraad verse groenten en fruit is beperkt.

Tip 8: Neem de babyphone mee of download één van de baby monitoring apps op je smartphone

Dat biedt jullie de mogelijkheid om bij de buren of in het campingrestaurant iets te gaan drinken of eten terwijl de kinderen slapen. En tegelijk kan je toch veilig waken over je kroost.

Tip 9: Las af en toe een pauze in een hostel of hotel in

Zeker bij lange reizen kan dat helend zijn, zowel voor de ouders als voor de kinderen: het zorgt weer voor afwisseling, en je hebt wat meer ruimte waar de kinderen vrij kunnen rondlopen zonder dat je hen de hele tijd in de gaten moet houden.

Budget

Tip 10: Maak een dagbudget op incl. ‘vaste’ kosten

Reis je on a budget? Vergeet dan in je dagbudget niet de ‘vaste’ kosten mee te rekenen, zoals benzine en luiers.

Een leuk weetje: het leven in de Scandinavische landen is een pak duurder dan elders. Behalve de luiers: die zijn in Noorwegen zelfs goedkoper dan in België.

Hoog- of laagseizoen

Tip 11: Ga na tot wanneer het hoog-  of laagseizoen loopt in de landen waarin je reist

Reis je buiten het hoogseizoen, weet dan dat:

  • campings goedkoper zijn, en peuters en kleuters vaak gratis logeren
  • supermarkten op de camping minder voedingswaren verkopen of niet open zijn
  • er weinig andere kinderen zijn op de campings, en dus minder speelkameraadjes. In Zuid-Europa, waar mensen van nature al meer buiten leven, bleek dat minder een issue dan in het noorden

Welzijn van de ouders

Tip 12: Het is absoluut een fantastische manier om avontuurlijk te reizen met kinderen

Als je het écht even niet meer ziet zitten, weet dan dat het kamperen elk jaar vlotter verloopt. Het is een beetje een dooddoener, maar ook een waarheid als een koe: hoe groter de kinderen, hoe makkelijker de reis.

Ook wij hebben op dag 2 van onze eerste kampeertrip heel even overwogen om de campervan te verkopen (lees: de 2,5 maanden oude Frida huilde constant (reflux, zo bleek achteraf), de 1,5 jaar oude Arthur liep de hele tijd weg (heel grappig, vond hij dat), en wij hadden nog geen duidelijke afspraken gemaakt over de organisatie (die routine uit tip 2).

En ondertussen hebben we reeds half Europa afgereisd met ons kampeerbusje. Het is en blijft de favoriete manier van reizen van ons hele gezin! Het is heerlijk om veel buiten te leven, constant nieuwe plekken te ontdekken, en te gaan en staan waar je wil.

En dan de basics voor reizen met jonge kinderen...

Een rondreis maken met kleine kinderen vraagt altijd de nodige creativiteit van de ouders. Of je nu kiest voor een avontuurlijke reis met een kampeerbus of een rondreis met de (eigen) wagen en ho(s)tels. Ons advies is altijd:

  1. Plan je dagen niet te vol

    Concentreer je op 1, max. 2 activiteiten per dag. Op die manier ben je zeker dat je de geplande activiteit(en) ook kan uitvoeren en hebben de kinderen elke dag voldoende tijd om te spelen.

    Met kinderen reis je aan een trager tempo. Dat heeft als grote voordeel dat je een streek (of land) beter leert kennen.

  2. Zorg voor voldoende afwisseling

    De meeste kinderen zijn niet gemotiveerd om dagen na elkaar musea te bezoeken. Zorg dus voor voldoende afwisseling: in de voormiddag bijvoorbeeld een trektocht voor de ouders, in de namiddag een hoogteparcours voor de kinderen. Iedereen blij!
     

  3. Vertrek 's ochtends heel vroeg of op dutjesuur. Of rij 's nachts!

    Slapende kinderen tijdens de autorit: heerlijk! Door ’s ochtends vroeg of ’s nachts te vertrekken, vermijd je vaak ook urenlange files, huilende peuters en zeurende kleuters.

    En als ze toch wakker zijn, zorgen luisterboeken, kinderliedjes en spelletjes voor onderweg voor voldoende entertainment. Ook altijd een topper: laat elk kind zijn/haar eigen rugzak samenstellen voor onderweg, en steek er als verrassing enkele koekjes of een cadeautje in.

  4. Onderweg zijn is deel van je reis

    Stop bij een lange rit dus regelmatig onderweg! Dat kan gaan van een grote brug om even over te rennen, tot een echte highlight. Of, waarom ook niet, een wegrestaurant. In o.a. Frankrijk en Duitsland zagen we er de voorbije jaren steeds nieuwe opduiken, mét een goeie koffiebar en speeltuin binnen of buiten. De kinderen kunnen er wat energie kwijt, je kan zelf even de benen strekken, én je bent snel weer op weg naar je eindbestemming.
     

  5. Geef de kinderen houvast bij je reisschema

    Als je dat hebt, natuurlijk. Een kalender met pictogrammen (Hoeveel keer slapen we ergens? Waar is er een zwembad? Waar zijn er activiteiten met dieren?) geeft hen wat houvast. Zo wordt de reis ook hún reis!

Misschien is dit ook interessant voor jou?