Zweden - De vele gezichten van Zuidwest-Zweden

Aankomst in de loop van de namiddag in Skållerud, een klein dorp aan de rand van een meer, gelegen op ca. 2 uur rijden van Göteborg. De eerste 2 nachten vind je hier onderkomen in een historisch landhuis dat werd omgevormd tot een B&B met een ruime tuin. Het ligt naast de dorpskerk: niet zomaar een kerk, maar één van de mooiste voorbeelden van oude houten kerken waarvan het interieur volledig beschilderd is. Het stemmige kerkhof loopt zachtjes af naar de oever van het meer.

Indien je tijdig ter plaatse bent, kan je meteen een korte inloopwandeling maken in het bos achter de B&B. Heb je wat meer tijd, dan loont de korte rit (ca. 15 min.) naar het Vänern, na het Ladoga-meer in Rusland het grootste meer van Europa. Een wandeling brengt je langs en  over de scherenkust, van het ene (schier)eiland naar  het andere. Het uitzicht  over  het  meer is prachtig. Je gaat door en over rotsen begroeid met dennen, heide, mossen, maar even goed door moerassen met planten als wollegras en waterlelies en een grote vogelrijkdom. Bij mooi weer kan je aan één van de strandjes baden.
Tocht van 8 km. 2,5 à 3 uur.

Keuze uit meerdere wandelingen vandaag.

Hou je van een rustige start en heb je de wandeling aan het Vänern (zie dag 1) nog niet gedaan, dan is dit een goede optie. Je hebt ruim de tijd om te genieten van de mooie plaatsen en strandjes aan het meer, en je kan ook een bezoekje brengen aan de kerk van Skållerud.

Een pittiger alternatief vind je in Sörknatten, gelegen op een klein halfuur rijden. Deze wandeling voert je door een natuurreservaat dat zich uitstrekt over een langgerechte heuvelkam met meerdere lage toppen, die je één na één 'bedwingt'. De hoogste is de Sörknatten zelf. Hij is slechts 142 m hoog, maar toch lijk je hoog boven de omringende bossen en meren te staan. De ondergrond is erg rotsachtig, wat het wandelen vooral bij nat weer bemoeilijkt. Dat verklaart ook wat ruiger aandoende begroeiing. Hier werd in 1984 de Zweedse film Ranja de Roversdochter gedraaid. Tocht van ca. 14 km. Ca. 5 uur. Uitbreiding mogelijk tot 18 km, ca. 6 uur. 

Een derde optie voert je langs het Pelgrimspad en het Dalslands Kanaal. Dit kanaal vormt de verbinding tussen het Vänern-meer en de provincie Värmland. Het werd ingehuldigd in 1868. Bij de aanleg werd maximaal gebruik gemaakt van de vele lange meren die in deze streek voorkomen, zodat voor een bevaarbare waterweg van 250 km lang slechts 12 km kanaal (en 31 sluizen) moesten aangelegd worden! In Håverud werd een aquaduct over een stroomversnelling heen gebouwd, om toegang te geven tot een sluis. Een verbazingwekkend staaltje van techniek uit de 19de eeuw, en vandaag de dag een toeristische attractie. Hier begint en eindigt de wandeling (je kan eventueel het Kanalmuseet bezoeken). Ze neemt je mee langs enkele meren en veengebied, over stille wegen en paden, waaronder een stukje van het Pilgrimsleden of Pelgrimspad (zie uitleg bij dag 3).
Tocht van 13 km. 4 uur stappen.

Vandaag rijd je met de wagen naar Edsleskog (ca. 30 min.), waar het hotelletje gelegen is waar je de volgende 2 nachten doorbrengt. Voorafgaand aan of tijdens deze verplaatsing kan je opnieuw kiezen uit een aantal wandelingen.

Naast één van de keuzewandelingen van de vorige dagen, is er ook een bijkomende lusvormige wandeling mogelijk langs het Pilgrimsleden. In Zweden werden tussen 1050 en 1550 veel pelgrimstochten ondernomen. Zo ook door Dalsland, waar de pelgrims doorheen trokken naar hun eindbestemming bij Trondheim. Edsleskog (je overnachtingsplaats van vandaag en morgen) was op deze route een belangrijke halte, omdat er ooit een wonder had plaatsgevonden en er een heilige bron was.
Deze wandeling loopt eerst over een rotsplateau om dan langs meren, beken en door ogenschijnlijk ongerept bos en via het gehucht Högelund weer naar het beginpunt, het dorp Tisselskog, te voeren.
Tocht van ca. 13 km. Ca. 4 uur.

Vandaag maak je een rondwandeling vanuit het hotel in Edsleskog. Een mooie wandeling met gevarieerde landschappen en als bijkomend voordeel dat je ze op verschillende plaatsen kan inkorten. 
Het eerste deel is makkelijk en 'bucolisch': weidse uitzichten met boerderijen en weiden, meren, naaldwoud. Aan het eind ervan kan je uitblazen aan een mooi meertje waar je ook kan zwemmen. Het tweede deel leidt naar de hoogste toppen van Dalsland. Dit gedeelte is uitdagender, met passages over rotstreden, boomwortels, regelmatig op en neer. Je wordt beloond met enkele prachtige uitzichten, en staat op de Baljåsen, met zijn 301 m de hoogste top van Dalsland.
Tocht variërend van 12 tot 20 km, 4 tot 6 uur.

Verplaatsing met eigen wagen naar Tresticklan Nationaal Park (ca. 1 uur).

Tresticklan NP is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Zuid-Zweden. Het woud in Tresticklan is een oerbos, dat wil zeggen dat de mens er slechts heel weinig heeft ingegrepen. Het grootste deel van het park is ontoegankelijk. Deze wandeling is dan ook de enige luswandeling die je hier mag maken. Ze voert door een ongerept boslandschap met veel meertjes en beekjes, die haast allemaal in dezelfde richting geöriënteerd zijn. 
Tocht van 9 km. Ca. 3 uur.

Na de wandeling rijd je naar Tanumshede, een gehucht van Grebbestad, waar je je intrek neemt in een kleinschalig hotel voor de volgende 3 nachten.

Een rustige en gevarieerde dag. Je begint met een bezoek aan Tanumshede, op een half uurtje rijden van het verblijf. De streek van Tanum is rijk aan graven en gravures uit de Bronstijd (1800 tot 500 voor Christus). Ze behoren tot de grootste verzameling rotsgravures van Europa en vormen Unesco Werelderfgoed.
Er is een boeiend museum, gewijd aan de rotskunst uit de streek. Je vindt er ook een reconstructie van 2 woningen uit de Bronstijd, alsook een tuin met kruiden en planten die toen geteeld werden.
Na dit bezoek kan je in open lucht op diverse naburige locaties de gravures zelf bewonderen. Een aantal ervan krijg je te zien tijdens een makkelijke lusvormige wandeling van 5 km lengte.

In de namiddag rijd je naar Fjällbacka. Dit bekende badplaatsje was de favoriete vakantiestek van Ingrid Bergman. De misdaadsromans van Camilla Läckberg spelen zich hier ook af; ze werden verfilmd voor televisie als 'Fjällbacka Murders'. Je kan een klim maken naar de top van de gigantische rots die het dorp domineert, en van daar genieten van het wijdse uitzicht over de kust met zijn scheren en eilanden. Verder genieten kan je dan na afloop, op één van de terrasjes aan het water.

Verplaatsing met de wagen naar Strömstadt (ca. 0,5 uur) en aansluitend overzet naar de Kostereilanden (ca. 40 min.).

De Kostereilanden worden van het vasteland gescheiden door de Kosterfjorden, een zeegeul van bijna 250 m diep. De wateren en scheren rondom de 2 hoofdeilanden vormen Kosterhavets Nationaal Park. Zo'n 6.000 diersoorten leven hier onder en boven het zeeoppervlak, net als Zwedens grootste zeehondenkolonie. Deze zal je echter niet te zien krijgen, want ze leven op de kleine eilandjes en scheren waar je niet komt.

De wandeling bestaat uit 2 delen:

• Wandeling op Noord-Koster, ca. 6,5 km, 2 à 2,5 uur inclusief pauzes.
  Noord-Koster is - op een wijk vakantiehuizen na - vrijwel onbebouwd. De wandeling voert je langs zand- en rotsstranden en over open grasland waar schapen rondwerven. De wind heeft in dit open landschap vrij spel en dat merk je aan de vegetatie. 
• Wandeling op Zuid-Koster; je kan die zo lang maken als je wil, een mooie route is ca. 8 km, reken op 2 uur. Bij voldoende tijd kan je die met 3 km uitbreiden (1 uur). 
  Zuid-Koster is lieflijker en meer bebost, je treft er weilanden aan, een echte kerk en ook heel veel kust met prachtige stranden. Er is overigens zo goed als geen verkeer op geen van beide eilanden; enkel kleine driewielerbrommertjes om waren te vervoeren en wat golfkarretjes. Een kleine veerdienst verzorgt de verbinding tussen de 2 eilanden.

Terugkeer per ferry naar Strömstadt en met de wagen weer terug naar Tanumshede/Grebbestad.

Na het ontbijt loopt het programma ten einde.

Indien je voldoende tijd hebt, kan je langs de kust nog een aantal vissersdorpen bezoeken, zoals Smögen en Fiskebacksil. Hoewel er nog aan visvangst wordt gedaan, zijn het toch vooral Zweden van elders die de schilderachtige houten huisjes - vaak wit of pastelkleurig geverfd - hebben opgekocht en als vakantiewoning gebruiken. Waardoor je er ook gezellige restaurantjes en winkeltjes aantreft.
Een bijkomende mogelijkheid is het aquarium van Lysekil, waar je kennismaakt met de fauna en flora die hier langs deze kust onder de waterspiegel leven.

Voor of na dit programma kan je een nacht in Göteborg bijboeken. Deze tweede grootste stad van Zweden ligt aan de Göta-rivier en heeft een klein maar aantrekkelijk historisch centrum. Het is de grootste haven van het land, en Volvo heeft er zijn zetel (en museum).